
1.
Dit is een van de mooiste schilderijen die ik ken. Het werd rond 1640 geschilderd door Georges de La Tour en heet De Magdalena met de rokende vlam. Er bestaan verschillende versies van, waarschijnlijk omdat de figuur van Maria Magdalena destijds erg populair was. Niet alleen omdat ze als bekeerde zondares zowel de deugd als de ondeugd belichaamt, maar ook omdat zij, zo gaat het verhaal, als eerste na de verrijzenis de boodschap mocht ontvangen. De eerste die het vaccin tegen de erfzonde kreeg, zeg maar.
Magdalena kijkt dromerig, ietwat melancholisch in de vlam. Maar het zijn geen stationsromannetjes die haar gedachten beheersen. Op haar tafel ligt een stapel boeken, zij vult haar tijd met het nastreven van kennis. Het touw en de schedel staan voor de tijdelijkheid en de dood, dingen die haar geest bezighouden. De sensualiteit van haar pose, haar witte hemd dat laag van haar schouders valt, haar blote voeten, contrasteert daarmee zoals zijzelf in het licht van de kaars contrasteert met de donkere achtergrond.
2.
Het is een schilderij over nadenken over de dingen, een schilderij voor veertigers. Twintigers worden in beslag genomen door dromen en door het zorgvuldig bouwen van luchtkastelen over hoe hun leven eruit moet zien, zal zien, hoe het dan ook voor eeuwig zal blijven. Maar in hun kast verstopt zich het monster van de verantwoordelijkheid, dat hen angst aanjaagt wanneer ze het horen stommelen. Dertigers verspillen dan weer hun tijd met het tellen van de teleurstellingen die ze op de bodem van hun navel aantreffen, en vergeten ondertussen te genieten van het leven dat zich volop voltrekt.
Nee, de Magdalena is er voor de veertigers, zij die terugblikken op hun leven en de stand ervan opmaken, terwijl ze tegelijk naar de toekomst kijken en plannen maken, daarbij overtuigd van het op los zand gefundeerde feit dat ze nog maar halfweg zijn.
3.
Elke leeftijd heeft zijn deugden en ondeugden. En elke leeftijd mist misschien wel het punt. We springen naargelang onze levensfase elk op onze eigen manier van hoogtes naar laagtes, als bewogen we ons langs de imaginaire lijnen van rijtje opeenvolgende letters W, en vragen ons maar zelden af waarvoor de afgelegde weg, waarvoor de tekst die we schrijven staat. Ondertussen neemt vooral wat niet de essentie is ons in beslag, vreet onze tijd op en gilt in onze oren.
Kijk naar het schilderij. Die haarfijne techniek, hoe het licht van de kaars valt, de contouren van de schedel, van haar knieën, welk effect het op ons heeft. Dat is bijna perfectie. De les is dus misschien wel dat wanneer overweldigende schoonheid ons overvalt, we vooral even stil moeten blijven staan en die met twee handen aannemen, bekijken, in ons opnemen. Want voor je het weet is de ervaring weer weg.