Het is 4 november. Er is nog geen finale uitslag van de presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten, maar dat het erg spannend wordt is wel al duidelijk. De zenuwen staan gespannen, want het is verre van zeker dat de Grote Brulboei van zijn troon gestoten zal worden.
Dat lokt her en der al reacties uit van verslagenheid, verrassing en onbegrip over hoe mensen zo dom kunnen stemmen. Nu in Amerika, straks bij ons? Ik voel het ook. Maar nog sterker is het gevoel dat we ongeacht de uitkomst, nood zullen hebben aan nadenken voorbij het eigen grote gelijk.
Net voor de eerste overwinning van Trump in 2016 bracht de Amerikaanse sociologe A.R. Hochschild een boek uit dat internationaal geprezen werd als een mustread voor wie de verkiezingsuitslag wou begrijpen: Strangers in Their Own Land. Anger and Mourning on the American Right.
Hochschild maakt erin geen grote politieke analyses maar baseert zich op gesprekken met gewone Amerikanen die rechtstreeks negatief getroffen worden door rechts beleid, maar er toch voor stemmen. Meer nog: ze stemmen voor een extreemrechtse variant.
‘Waarom steunen mensen politici die een beleid voeren dat hun situatie slechter maakt?’ is dus haar vraag. De klassieke antwoorden 1) omdat ze ‘het’ niet snappen en 2) omdat ze egoïstisch redeneren, kloppen niet volgens Hochschild.
Wat stelt ze wel vast? Ons stemgedrag is maar deels gebaseerd op ratio en meningen. Er is ook een onderliggend gevoel. Je kan dat gevoel zichtbaar maken door er een verhaal van te maken, een deep story. Iedereen met wie ze gesproken heeft kan er zich mee identificeren. Ze zien het als fundamenteel waar.
Het verhaal gaat zo: Je staat in een lange rij van mensen, op een pad dat een heuvel omhoog gaat. Je kan niet zien wat er zich bovenaan bevindt, maar je weet dat daar the American Dream is (oftewel jouw ideaal: succes, een huis, voldoende geld voor je gezin, comfortabel leven…).
Je staat niet helemaal achteraan in de rij, maar ook niet vooraan. De rij lijkt echter niet meer vooruit te gaan, het duurt lang. Plots komen er mensen die je voorbijsteken. Er is ook iemand bij die hen naar voren loodst en zegt waar ze mogen gaan staan, een gezagsfiguur. Wanneer je er iets van zegt, word je door iemand vooraan in de rij toegeroepen dat je dom bent en dat je moet zwijgen.
De “voorbij-stekers” in het verhaal zijn migranten, uitkeringstrekkers, alleenstaande moeders, … Diegene die hen helpt voorsteken is “de overheid”. Diegene die je beledigt wanneer je er iets van zegt, is een hooggeschoolde, linkse stedeling.
Het geloof dat dit verhaal fundamenteel waar is, is de basis van het succes van populisme. Rechtse populisten geven immers een boodschap die nauw aansluit bij dat gevoel, wars van eventuele objectieve feiten. Het juiste gevoel raken is sterker dan feiten geven.
Populisten beledigen de “voorbijstekers” en roepen terug tegen wie zegt dat jij dom bent. Daarenboven doen ze een (valse) belofte: iedereen zal terug in de rij moeten gaan staan en de rij zal terug vooruitgaan (Make America great again).
Het is niet zo dat deze kiezers niet meevoelen met zwakkeren. Ze willen vooruit in de rij en kijken op naar wie vooraan staat. Ze hebben ook medelijden met wie achteraan staat, maar de (positieve) wens om vooruit te gaan is groter dan het (negatieve) schuldgevoel ten aanzien van wie achterblijft.
OK, dus je wil iets doen tegen populisme. Wat ben je hier dan mee? Wel, eerst en vooral: Hochschild stelt dat er ook een linkse “deep story” bestaat. Als je resultaat wil boeken moet je je daarvan bewust zijn.
Dat verhaal gaat zo: Iedereen staat in een cirkel rond een plein en kijkt naar het midden. Daar staan allemaal mooie sociale verwezenlijkingen uit het verleden. Kinderopvang, sociale zekerheid, ziekteverzekering,… Iedereen die wil, mag in de kring erbij komen staan.
Plots komen er echter een aantal boze mensen het plein opgelopen en beginnen al die mooie dingen af te breken. Je lijkt machteloos en je wordt heel boos.
(Merk op: ook dit verhaal/gevoel is makkelijk populistisch uit te buiten)
Wie succes wil tegen populisten, moet dus zijn eigen verhaal overstijgen en appelleren aan dat van de ander. Let wel, dat is geen pleidooi voor een soort lauwe middenweg. Wel om bij het voorstellen van oplossingen expliciet elkaars verhaal mee te nemen.
Bijvoorbeeld: Het sociale aspect van vergroening is geen bijzaak maar hoofdzaak. Jobs én duurzaamheid. Huisvesting voor vluchtelingen staat niet los van algemene problemen in betaalbaar wonen. Rekeningrijden, ruimtelijke ordening, proper openbaar vervoer én koopkracht horen samen.
Populisten zullen altijd stemmen halen. Soms is het gewoon haat en dommigheid, en moet je dat zo benoemen. Vaker speelt er iets anders. Wees je bewust van je eigen frustraties en probeer niet te roepen. Probeer te zeggen: De rij kan maar terug vooruit gaan als iedereen vooruit gaat.